Fosfaat in de tuinbouw

12 oktober 2020 - Glasgroenten

Fosfor (P) is een van de hoofdvoedingselementen voor een plant. Bij de start van een teelt is het nutriënt belangrijk voor de wortelontwikkeling. Later tijdens het seizoen, veroorzaakt fosfaatgebrek vaak donkere verkleuring van het blad, achterblijven in groei en vertraagde afrijping.

In de serie over voedingselementen voor tuinbouwgewassen komen ook aan de orde: stikstof (N)kalium (K)calcium (Ca)magnesium (Mg) en zwavel (S) en ijzer (Fe).

Fosfor in de plant

In de plant heeft het element fosfor de volgende functies:

  1. Fosfaat is belangrijk voor de energievoorziening van de plant. Het wordt ingebouwd in de ‘energiedragers’ adenosinetrifosfaat (ATP) en suikerfosfaten.  Deze energiedragers worden als energiepakketjes door de hele plant getransporteerd. Overal waar onderhoud- of groeiprocessen plaatsvinden, leveren deze stoffen daarvoor de benodigde energie.
  2. Fosfaten spelen een belangrijke rol in biologische membranen waarmee bepaalde ongewenste stoffen kunnen worden ‘buitengehouden’ of gewenste stoffen juist worden ’binnengehaald’. 
  3. Fosfaat wordt ingebouwd in de nucleïnezuren DNA en RNA, die een belangrijke rol spelen in de erfelijke eigenschappen van planten.
  4. Fosfaat wordt in zaad als fytine opgeslagen. Tijdens de kieming van de plant is fytine van levensbelang; het vormt de eerste fosfaatvoorraad waaruit het jonge plantje kan putten voor de opbouw van het wortelstelsel en energie. De opname uit de grond is in de eerste fase van de plant nog onvoldoende door de geringe omvang van het wortelstelsel.

Fosfor in de grond

In de grond komt fosfor  in verschillende vormen voor:

  1. Opgelost in het bodemvocht. Dit is het direct beschikbare fosfaat dat door de plant kan worden opgenomen. In het laboratorium meet Eurofins Agro direct beschikbaar fosfaat in kasgrond met een 1:2 water extractie. Ook kan P in een calciumchloride (CaCl2) extract worden gemeten. Deze gemeten hoeveelheid fosfaat wordt de plantbeschikbare hoeveelheid fosfaat genoemd. 
  2. Als neerslag:
    -beneden pH-KCl 5,0 slaat fosfaat vooral neer met ijzer en aluminium 
    -boven pH-KCl 6,0 slaat fosfaat vooral neer met calcium
    Fosfaten die neerslaan met ijzer en aluminium liggen vrij sterk vast in de grond en zijn zeer slecht beschikbaar. Fosfaat dat neerslaat met calcium komt eerst in een zogenaamde labiele fractie in de grond. Dit houdt in dat dit fosfaat ook weer in oplossing kan gaan. Dit oplosproces gaat echter langzaam. Deze hoeveelheid fosfaat wordt in de analyse via de P-Al methode bepaald. Dit wordt ook wel de potentiële beschikbare hoeveelheid fosfaat genoemd. 
  3. Als stabiele fractie. Deze vaste vorm van fosfaat kan alleen door overgang naar de labiele fase uiteindelijk in oplossing gaan. De overgang van stabiele naar labiele fase gaat echter nog langzamer dan van labiele fase naar opgeloste fase. Dit is een proces van jaren. 

De overgang van de ene naar de andere fase van fosfaat in de grond wordt bepaald door chemische evenwichten. Deze zijn sterk afhankelijk van de zuurgraad (pH) van de grond.  Daarbij speelt ook het organische stofgehalte van de grond een rol. Naarmate het organische stofgehalte hoger is kan meer fosfaat worden vastgelegd.  

Fosfor bijmesten

De plant neemt fosfor op in de vorm van H2PO4-. Fosfaat kan worden toegediend als kunstmest of als biologische meststof. Biostimulanten kunnen ook worden ingezet om de fosforopname te verbeteren. 

Kunstmest voegt fosfaat toe aan de grond, bijvoorbeeld in de vorm van de wateroplosbare meststoffen monokalifosfaat of mono-ammoniumfosfaat. Fosfor kan ook als polyfosfaat worden toegepast. De fosfor zit dan verpakt in een molecuul, soms in combinatie met een kation bijvoorbeeld kalium. 

Als de plant door omstandigheden onvoldoende in staat is om fosfor op te nemen, kan het zinvol zijn om biostimulanten te gebruiken. Deze bevatten vaak probiotische rhizobacteriën en schimmels (mycorrhiza). Deze micro-organismen stimuleren de wortelvorming en breken organische materialen af. De schimmels werken samen met de plant en vergroten het worteloppervlak waardoor meer fosfaat kan worden opgenomen. Deze middelen bevatten ook fulvine, dat ook in humus voorkomt, en die stof vergemakkelijkt de opname van fosfaat. 

Fosfor analyseren voor de tuinbouw

In kasgrond meten we de bodemvoorraad fosfor (P-Al) en plantbeschikbare fosfor. De bodemvoorraad wordt gemeten in monsters voorafgaand aan de teelt.  

In potgrond, kokossubstraat en organische mengsels meet Eurofins Agro de P in het 1:1,5 extract. De pH en EC worden niet in het filtraat gemeten maar in een mengsel van potgrond en demiwater.

In andere monsters, zoals water, voedingsoplossingen en kunstmest, meet Eurofins Agro P direct in het monster of in een extract. Het wordt dan weergegeven als P of het oxide P2O5

Op de analyseverslagen van het gewas (drogestofmethode) staan P-totaal vermeld;  op de analyseverslagen van plantsaponderzoek wordt P vermeld.

Meer informatie

Bodemvruchtbaarheid en beschikbare nutriënten: kelder - keuken - tafel -bord

Indeling nutriënten naar functie

Inzicht in kasgrond: de verschillende onderzoekspakketten