Organische meststoffen, bodemleven en pH

15 november 2021 - Sierteelt - Boomkwekerij

Als je organische meststoffen gebruikt, komen in de bodem allerlei processen op gang die moeilijk exact te voorspellen zijn. Dat kan gevolgen hebben voor de beschikbaarheid van nutriënten en voor de zuurgraad (pH). Onderzoek geeft inzicht in wat er gebeurt in de bodem of het substraat.

Kippenmestkorrels, koemestkorrels, beendermeel en andere organische bodemverbeteraars zijn steeds populairder in de tuinbouw. Deze korrels zijn rijk aan nutriënten en bevatten bovendien organische stof.

Behalve de goede eigenschappen voor de bodemvruchtbaarheid is ook de prijs een reden om dit soort producten te gebruiken. Kunstmest wordt immers steeds duurder. Er gaan in de markt geluiden op dat kalkammonsalpeter (KAS) de komende jaren mogelijk in prijs zal verdubbelen. Ook dat maakt de keuze voor een organische meststof aantrekkelijk.

Interacties in de bodem

Het gebruik van organische meststoffen vraagt echter wel dat je anders omgaat met de bodem of met het substraat. De nutriënten in deze middelen komen immers pas vrij na afbraak door het bodemleven. Dat is een groot verschil met kunstmest, waarbij de nutriënten direct beschikbaar zijn.

“Bij het gebruik van organische meststoffen moet je rekening houden met allerlei interacties,” zegt Hans Verhagen van RHP. “In organische meststoffen komen stikstof en fosfaat vrij door mineralisatie door bacteriën. Kalium is in dit soort producten niet gebonden en is dus direct beschikbaar. De snelheid waarmee de mineralisatie plaats vindt, is afhankelijk van een aantal factoren. Niet alleen de samenstelling en deeltjesgrootte van de organische meststof zijn belangrijk. Ook de activiteit van het bodemleven, de temperatuur, het vocht en de pH spelen een rol.”

Hij legt uit: “Bacteriën in de bodem of het substraat breken organische stof af in stappen. De mineralisatie van stikstof begint met de ammonificatie. Bij de eerste stap wordt H+ aanvankelijk gebonden en daardoor stijgt de pH. Deze processen gaan sneller bij een hogere temperatuur. De tweede stap in de afbraak is de nitrificatie. Hierbij komt er weer H+ vrij en waardoor de pH weer zal dalen. Als echter de pH te laag is of wordt, stopt de nitrificatie.”

Onvoorspelbaar

Verhagen: “Bij het gebruik van organische meststoffen komen dus verschillende processen op gang die elkaar beïnvloeden.  Het is belangrijk om je te realiseren dat hierdoor de pH kan gaan variëren. In zijn algemeenheid loopt de pH bij gebruik van organische meststoffen in de eerste weken op en zakt daarna weer terug om uit te komen rond de beginstand van de pH van het mengsel.”

Behalve de mate van pH-buffering van het substraat, zijn er meer aspecten van invloed op de mineralisatie bij het gebruik van organische meststoffen, aldus Verhagen:

Meer over de dynamiek rond organische meststoffen op de site van RHP >

Onderzoek geeft inzicht

Ook Jan Hardeman, Senior Accountmanager Glastuinbouw, weet dat het gebruik van organische meststoffen effect heeft op de pH en de beschikbare nutriënten. Hij zegt: “En dat niet alleen, ook het bodemleven merkt de gevolgen van een organische bemesting. De korrels vormen voeding voor de bacteriën, schimmels, regenwormen en wat al niet meer leeft in de bodem. Het hele bodemvoedselweb wordt dus beïnvloed als je organische meststoffen gebruikt.”

“Biologische processen zijn altijd moeilijk te voorspellen omdat ze door zoveel factoren (temperatuur, bodemvocht enzovoort) worden beïnvloed. Daardoor is het niet duidelijk wat het effect op de pH in de bodem of het substraat is. En dat terwijl de pH juist zo’n grote invloed heeft op de beschikbaarheid van nutriënten en op de activiteit van het bodemleven. Bij een juiste pH is er meer ruimte voor kalium (K), magnesium (Mg) en calcium (Ca) aan het kleihumuscomplex, de CEC. Bij een te lage pH nemen de H+-ionen de plek in van deze hoofdelementen aan het CEC.”

Volgens Hardeman is het bij het gebruik van organische meststoffen daarom extra belangrijk om een uitgebreid onderzoek uit te voeren: “Op de verslagen van kasgrond- en potgrondonderzoek vermelden we een streefwaarde voor de pH. En daarbij geven we zo nodig ook een bekalkingsadvies afgestemd op de grondsoort én op het gewas.”

“Een te lage pH heeft vaak een negatief effect op bodemleven,” zegt hij. “Naast onderzoek naar de beschikbaarheid van nutriënten en pH is het daarom ook interessant om te kijken wat het bodemleven doet bij het toedienen van organische meststoffen. We hebben samen met Koppert en Protix gekeken naar het effect van het toedienen van organische bodemverbeteraars. Het blijkt dat BodemlevenMonitor een goed beeld geeft van hoe bodemverbeteraars het bodemleven stimuleren.”

Bestel